Vraag:
Ik heb vernomen van een kenner dat ná het sporten het gebruik van druivensuikers de opname van eiwitten doet bevorderen. Je spieren staan dan als het waren helemaal open. Is dit waar?
Antwoord:
Insuline is het hormoon dat afgegeven wordt als je suikers eet. Insuline bevordert de opname van de suikers en eiwitten. Na een training vindt de opname vooral plaats in de spieren. De gevoeligheid van de spieren voor insuline is dan vergroot. En de snelheid waarmee de suikers kunnen worden opgeslagen is na training verdubbeld. Dit zijn wel metingen die gedaan zijn na conditietraining. Voor krachttraining ken ik geen data, maar het effect lijkt vergelijkbaar.
Eiwitten zorgen ook voor een beperkte afgifte van insuline. Koolhydraten in combinatie met eiwitten zorgen voor een sterke afgifte.
Dextrose is een snel opneembare suiker. Het zorgt ook voor een sterke kortdurende afgifte van insuline. Als het vervolgens opgenomen is, daalt de bloedsuikerspiegel vrij snel. Die daling kan leiden tot de afgifte van cortisol, een spierafbrekend hormoon. Beter is het om maltodextrine in te nemen. Toch kan je met dextrose ook wel redelijk uit de voeten. Je moet dan niet teveel nemen. Bijvoorbeeld 30 gram. Daarnaast moet je ervoor zorgen dat je al snel weer vast voedsel eet dat licht verteerbaar is. Dat voorkomt de dip in de bloedsuikerspiegel.