Sluiten
Waardering 9,4 na 2297 recensies
Deze website gebruikt functionele cookies. Als je op ‘Oké’ klikt, maken we ook gebruik van analytische cookies (zie onze privacypagina). Wil je dat liever niet, klik dan op ‘Weigeren’.
 

Cookie-voorkeuren

Deze website gebruikt functionele cookies. Als je op ‘Oké’ klikt, maken we ook gebruik van analytische cookies (zie onze privacypagina). Wil je dat liever niet, klik dan op ‘Weigeren’.



Zet analytische cookies aan of uit.


Hoe gezonde voeding gelukkig maakt

leestijd: 9 min

Hoe gezonde voeding gelukkig maakt

Hoewel mensen al eeuwen cannabis gebruiken, ontdekten chemici pas in de jaren zestig van de vorige eeuw welke stof het effect van cannabis veroorzaakt. Nog eens twintig jaar later ontdekten ze via welke receptoren die stof werkt. Die kennis had niet alleen consequenties voor de manier waarop we kijken naar cannabis, maar veranderde ook onze blik op voeding. Voeding en farmacologie bleken dichter bij elkaar te liggen dan we ooit voor mogelijk hielden.

 

Nee hoor, deze blog gaat niet over cannabis en delta-9-tetrahydrocannabinol (THC), de belangrijkste actieve stof in cannabis. Hij gaat wel over een grote en diverse groep stoffen in kruiden en andere plantaardige voedingsmiddelen die wetenschappers phyto-cannabinoïden noemen. Ze werken weliswaar via dezelfde receptoren als de actieve stoffen in cannabis, maar het zijn geen roesmiddelen en geen drugs. Het zijn wel stoffen die hersencellen gezond houden, het immuunsysteem bijsturen, pijn en honger verminderen en ontstekingen remmen. Als je gezond eet, krijg je deze stoffen binnen.

anandamide-structuur Voordat we verder gaan, moeten we misschien eerst iet vertellen over de twee receptoren in onze cellen waaraan de phyto-cannabinoïden in onze voeding zich kunnen vastmaken. Dat zijn de CB1- en de CB2-receptor.

THC, de voornaamste actieve stof in cannabis, werkt vooral via de CB1-receptor. Cannabidiol, een andere actieve stof in cannabis, werkt vooral via de CB2-receptor.

Natuurlijk zijn de CB1- en de CB2-receptor niet bedoeld voor stoffen uit de cannabisplant, maar voor lichaamseigen stoffen die biowetenschappers endocannabinoïden noemen.

Een paar belangrijke zijn anandamide [structuurformule hiernaast] en 2-arachidonoglycerol. Het lichaam maakt ze door omzetting van arachidonzuur. Anandamide werkt vooral via de CB1-receptor. Het is in veel landen op de markt als een grijs supplement, waarvan niet duidelijk is of het wel legaal is. Het zou stress en pijn moeten verlichten.

2-Arachidonoglycerol werkt vooral via de CB2-receptor.

 

De CB1-receptor

Prikkeling van de CB1-receptor veroorzaakt gevoelens van gelukzaligheid en vreugde en tegelijkertijd een afname van pijnprikkels. Het runner’s high dat hardlopers ervaren, en misschien ook het geluksgevoel dat krachtsporters beleven tijdens zware trainingen, is volgens dierstudies het gevolg van een verhoogde afgifte van anandamidemoleculen die inwerken op de CB1-receptor.

Prikkeling van CB1 leidt ook tot het opruimen van niet direct bruikbare informatie in de hersenen. Daarom zitten de hersenen bomvol CB-receptoren. Het weghalen van informatie is niet wenselijk voor scholieren en studenten die vooral informatie moeten opnemen. Maar voor oorlogsveteranen die worstelen met traumatische herinneringen zijn stoffen die de CB1-receptor prikkelen weer wel interessant. CB1-agonisten (zo heten stoffen die de CB1-receptor prikkelen) kunnen helpen om trauma’s te laten uitdoven.

CB1-agonisten prikkelen ook het herstel van hersencellen. Ze kunnen misschien beschermen tegen aandoeningen als multiple sclerose en de ziekte van Alzheimer, Parkinson en Huntington. Een leefstijl waarbij veel anandamide vrijkomt – lees: een leestijl met veel intensieve lichaamsbeweging - heeft wellicht hetzelfde effect.

Overprikkeling van de CB1-receptor door lichaamsvreemde stoffen is echter riskant. THC, de actieve stof in cannabis, kan bij overmatig gebruik psychoses uitlokken. De gevoeligheid voor die bijwerking varieert, maar er is een onverwacht grote groep mensen die om deze reden beter geen THC kan gebruiken. Dat geldt dubbel en dwars voor de tientallen synthetische cannabinoïden die als designerdrugs op de markt zijn. De kleefkracht waarmee THC en zijn synthetische varianten zich kan vastmaken aan de CB1-receptor is vele malen groter dan die van de lichaamseigen endocannabinoïden en de natuurlijke fyto-cannabinoïden.

Het lichaam maakt een reeks stoffen aan die de CB1-receptor gedeeltelijk kunnen uitschakelen. Eentje daarvan is oleoylethanolamide. Oleoylethanolamide vermindert onder meer het hongergevoel. De supplementenindustrie stopt de stof daarom wel eens in afslankmiddelen. Het lichaam maakt trouwens meer oleoylethanolamide aan na maaltijden met veel olijfolie of andere bronnen van oliezuur, zoals avocado of noten. Dat verklaart misschien waarom in epidemiologisch onderzoek een voedingspatroon met veel bronnen van oliezuur, zoals noten, samengaat met minder lichaamsvet.

 

De CB2-receptor

CB2-receptoren bevinden zich zowel in de hersenen als daarbuiten. Omdat prikkeling van de CB2-receptor niet zulke psychologische effecten heeft als prikkeling van de CB1-receptor, maar wel pijn en ontstekingen vermindert en immuuncellen minder agressief maakt, vinden farmacologen CB2-agonisten razend interessant. Ze hopen dat ze medicijnen kunnen ontwikkelen die beschermen tegen aandoeningen als MS, ALS, Parkinson en verschillende vormen van dementie. Bij die aandoeningen speelt een net iets te actief immuunsysteem een belangrijke rol. Dat immuunsysteem ruimt met zoveel enthousiasme beschadigde weefsels op dat het ook gezonde vitale weefsels beschadigt.

cannabidiol-structuur Een lichaamseigen stof die zich kan vastmaken aan de CB2-receptor – en die ook in supplementvorm verkrijgbaar is – is palmitoylethanolamide (PEA). PEA vermindert pijn.

Ook cannabidiol [structuurformule hiernaast], een niet-psychoactief bestanddeel van cannabis, werkt min of meer via CB2. Er zijn aanwijzingen dat cannabidiol tijdens intensieve inspanning spierschade vermindert. Bovendien lijkt cannabidiol het aangeboren immuunsysteem te activeren en gevoelens van onrust, angst en stress te verzachten.

Veel moeilijker

De werking van het cannabinoidsysteem is nog complexer dan we hierboven schetsten. Eigenlijk alle stoffen die een CB-receptor van het ene type prikkelen, doen dat ook met een CB-receptor van het andere type. Tegelijkertijd kunnen diezelfde stoffen zich vrijwel altijd ook weer vastmaken aan nog weer andere receptortypes.

Cannabidiol prikkelt bijvoorbeeld de CB2-receptor (voor de fijnslijpers onder ons, eigenlijk is cannabidiol een gedeeltelijke CB2-agonist), maar remt de CB1-receptor. Tegelijkertijd prikkelt cannabidiol de serotonine-receptor 5-HT1A en de receptor TRPV1 – plus nog een paar andere receptoren. Daarbij moet je ook nog bedenken dat cannabidiol in het lichaam omzet in metabolieten, die ook weer receptoren kunnen prikkelen of juist uitschakelen. En wat voor cannabidiol geldt, geldt ook voor bijna alle lichaamseigen en plantaardige cannabinoïden.

Cannabinoidchemie is verschrikkelijk ingewikkeld. Hoe ingewikkeld, dat blijkt uit het onderzoek naar de actieve stoffen in Echinacea.

Alkylamides in Echinacea

In elke drogist liggen supplementen met extracten van Echinacea purpurea en Echinacea angustofolia. Ze zouden moeten beschermen tegen virussen zoals het verkoudheidsvirus. Volgens sommige critici is dat onzin, maar op de researchafdeling van Novartis denken ze daar anders over. Daar achterhaalden farmacologen dat Echinaceaplanten alkylamides bevatten die via de CB2-receptor immuuncellen prikkelen. Tegelijkertijd interacteren deze alkylamides ook met de CB1-receptor en nog een stuk of veertig andere receptoren. Inderdaad, ook die alkylamides zijn fyto-cannabiboïden.

Novartis hoopte door dit onderzoek stoffen op te sporen die het immuunsysteem kunnen activeren. Met die kennis kon het bedrijf misschien een medicijn maken dat, net als Echinacea maar dan beter, vliegtuigreizigers beschermt tegen virusinfecties of tijdens de winter het aantal ziekdagen kan verminderen. Het onderzoek liet echter zien dat het ontwikkelen van zo’n medicijn een enorme klus zou worden en dus zette het bedrijf het project in de ijskast. Het zou te veel tijd gaan kosten om te achterhalen welke receptoren voor de antivirale werking van Echinacea belangrijk zijn.

Het onderzoek verklaarde wel een paar interessante effecten van Echinacea waar onderzoekers in de loop van de jaren op zijn gestuit. In 2012 publiceerden Hongaarse wetenschappers bijvoorbeeld een studie waarin ze proefpersonen onbezorgder en minder angstig maakten door hen dagelijks 40 milligram extract van Echinacea angustofilia te geven. Als je weet dat er in Echinacea stoffen zitten die inwerken op dezelfde receptor als cannabidiol, wordt dat effect ineens een stuk begrijpelijker.

Een fyto-cannabinoïde in oregano

betacaryophylleen-structuur Nu is Echinacea geen regulier voedingsmiddel. Als je niets van supplementen wilt weten, zul je nooit in contact komen met de alkylamides in die plant. Maar in tientallen voedingsmiddelen die je wél regelmatig binnenkrijgt, zitten ook fyto-cannabinoïden. Een hele interessante is bèta-caryophylleen [structuurformule hiernaast].

Die stof zit in oregano, tijm, rozemarijn, kruidnagel, basilicum, kaneel, lavendel en zwarte peper. De beste bron is kruidnagelolie. Kruidnagelolie kan voor bijna twintig procent bestaan uit bèta-caryophylleen. Een eetlepel kan wel een gram bèta-caryophylleen bevatten.

Ook bèta-caryophylleen werkt in op de CB2-receptor. Supplementen met bèta-caryophylleen verminderen pijn, kunnen misschien het stoppen met roken vergemakkelijken en spiercellen meer glucose laten opnemen. Dierstudies suggereren bovendien dat bèta-caryophylleen stress en angst kan verminderen, beschermt tegen hersenaandoeningen en de testosteronspiegel verhoogt.

Dat laatste gebeurt trouwens alleen in een specifieke dosering. In te hoge doses vermindert bèta-caryophylleen de aanmaak van testosteron juist.

Fyto-cannabinoïden in kool

diindolylmethaan-structuur Een hele interessante groep groenten in het fyto-cannabinoidonderzoek zijn koolgroenten zoals broccoli, spruiten, bloemkool en rode kool. Koolplanten bevatten om te beginnen di-indolylmethaan (om het preciezer te zeggen, koolplanten bevatten indol-3-carbinol, en die stof verandert in het lichaam in di-indolylmethaan). Onderzoekers van Novartis rapporteerden in 2009 dat di-indolylmethaan [structuurformule hiernaast] de CB1- en de CB2-receptor prikkelt.

Dat verklaart misschien waarom een hoge inname van kool kan beschermen tegen sommige vormen van kanker. Di-indolylmethaan zet het immuunsysteem een tandje hoger, waardoor het eerder kankercellen uitschakelt.

In koolplanten, maar ook in peulvruchten, zit ook biochanine-A. Dat is een hele andere stof dan di-indolylmethaan. Biochanine-A is geen CB1- of CB2-agonist, maar wel een remmer van het enzym fatty acid amide hydrolase (FAAH). Dat enzym neutraliseert de lichaamseigen endocannabinoïden als anandamide, PEA en oleoylethanolamide. Eet je meer kool, dan werkt het FAAH-enzym minder goed en stijgt de concentratie endocannabinoïden.

De farmaceutische industrie werkt aan FAAH-remmers die angstige mensen weer in staat moeten stellen een normaal sociaal leven op te bouwen. Omdat FAAH meerdere functies in het lichaam vervult, vrezen kritische onderzoekers dat FAAH-remmers allerlei vervelende bijwerkingen zullen hebben. Gelukkig valt het met de bijwerkingen van broccoli, spruiten, bonen en al die andere bronnen van natuurlijke FAAH-remmers reuze mee. Sterker nog, die zijn er niet.

Fabrieksvoer maakt ongelukkig

Op het moment dat we deze blog schrijven, hebben de meeste farmareuzen hun onderzoek naar cannabinoïden afgebouwd. De manier waarop lichaamseigen cannabinoïden, fyto-cannabinoïden en eventuele synthetische cannabinoïden interacteren met receptoren is te complex. Er zijn waarschijnlijk honderden stoffen die direct of indirect inwerken op het cannabioidsysteem - en daarvan hebben we tot dusver maar een fractie leren kennen. We moeten nog zoveel kennis verwerven, dat het cannabinoid-onderzoek voorlopig niet zal uitmonden in nieuwe medicijnen.

Maar tegelijkertijd maakt dit onderzoek wel duidelijk waarom traditionele gezonde voeding belangrijk is. Een voedingspatroon met vooral plantaardige ‘real foods’ levert niet alleen natuurlijke vitamines en mineralen, interessante peptiden, voedingsvezels en een keur van beschermende stoffen als flavonoïden en carotenoïden, maar ook tientallen bekende en onbekende cannabinoïden. Eet je industrieel geproduceerde voeding, dan loop je die ingrediënten mis.

Steeds meer mensen hebben een industrieel voedingspatroon, dat niet alleen veel lege calorieën levert met allerlei onnatuurlijke en toxische stoffen, maar waarin fyto-chemicaliën als biochanine-A, di-indolylmethaan en bèta-caryophylleen schitteren door afwezigheid. En ondertussen neemt het aantal mensen dat gebukt gaat onder angst, depressie of een andere psychische aandoening gestaag toe. Onderzoekers van de universiteit van Harvard becijferden onlangs dat ongeveer de helft van de mensheid voor het 75ste levensjaar een serieuze psychische ziekte zal doormaken. Iets soortgelijks geldt voor auto-immuunziekten.

Misschien ligt het aan ons, maar wij zien een verband.

Willem Koert

Misschien vind je dit ook interessant?

Meer testosteron zonder risico's

In bijna elke webwinkel die sportsupplementen verkoopt vind je producten die de testosteronspiegel zouden moeten verhogen. Op de internetfora zijn de meningen over die dingen verdeeld. Tegenover elke gebruiker met positieve ervaringen staat wel iemand die niks van welke testosteronbooster dan ook moet hebben. “Die krengen werken niet. Als je er al wat van merkt, dan is dat het placebo-effect. En meer niet.” Klopt dat?

Lees meer

De vier belangrijkste adviezen over krachttraining die je nooit zult krijgen

Stel je eens voor dat je na jaren training terug zou kunnen gaan in de tijd. Stel dat je, gewapend met alles kennis en ervaring die je hebt verworven, jezelf zou kunnen adviseren over wat je beter wel en niet moet doen met je sport. Daarvoor heb je een tijdmachine nodig, en een lijstje met een paar belangrijke dingen. Wel – die tijdmachine, die heb ik niet. Het lijstje wel. Aan mezelf kan ik het niet geven - maar misschien heb jij er iets aan. Alsjeblieft.

Lees meer

Het meest onderschatte supplement van allemaal

In het lichaam van een normaal gebouwde volwassene zit iets van 20-30 gram magnesium. Grofweg de helft daarvan zit in de botten, een kwart in de spieren en de rest in de organen. Magnesium speelt een belangrijke en onderbelichte rol bij de opbouw van het skelet, en er zijn voor zover bekend zo’n driehonderd enzymen in het lichaam die niet kunnen functioneren zonder magnesium. En daar zitten enzymen bij die nodig zijn voor de meest basale processen in het lichaam.

Lees meer
Bericht wordt verstuurd

Heeft u een vraag?

Meestal dezelfde dag een antwoord

Versturen
Contact